Nieuwe discussie, werkgroep Gewasdiversificatie

Nieuwe discussie, werkgroep Gewasdiversificatie

NEW BABYLON 3: De Zwinregio 50 jaar verder……..
Nieuwe discussie, werkgroep Gewasdiversificatie

De werkgroep “Gewasdiversificatie” van NEW BABYLON 3 richt zich voornamelijk op het graangewas Sorghum en is een vervolg op de voordracht van Dr Walter de Milliano in een debatavond op 7 april 2017.
Het werk concentreert zich op de systematisering van een bijna 20-jarige periode van wetenschappelijk onderzoek, veldproeven en selectie van commerciële toepasbare Sorghum zaaizaden door emeritus hoogleraar Dr Walter de Milliano. Inmiddels zijn twee rassen in registratie in Nederland en het werk voor registratie van nog een drietal rassen in Sierra Leone is bijna voltooid.
De Zeeuwse Sorghumrassen hebben een goed resultaat laten zien in onderzoekproeven sinds 2014, van het Louis Bolk Instituut en de WUR en de zaaizaden zijn inmiddels als productieproeven op grote arealen verbouwd en geoogst in geheel Nederland.

Deze ontwikkeling heeft een extra impuls gekregen door de Stikstof discussie. Sorghum heeft namelijk aanmerkelijk minder behoefte aan stikstofbemesting dan tarwe en maïs.

Tarwe heeft een stikstofbemesting nodig van 240 kg/Ha, Maïs 190 kg/Ha en Sorghum 70 kg/Ha. Het Nederlandse tarweareaal is 150.000 Ha en het maïsareaal 230.000 Ha.
Bij opdeling van het veeteelt vers-menu kan de helft, of 115.000 Ha, van het maïs worden vervangen door Sorghum. De stikstofwinst is dan 120 kg/Ha of totaal ca. 14.000.000 kg.
Voor de mengvoeders, waarin ca. 90 % van de tarweopbrengst wordt verwerkt, kan bij 50% vervanging door Sorghum (ca. 68.000 Ha) een additionele stikstofwinst worden gerealiseerd van 170 kg/Ha. of totaal ca. 12.000.000 kg.
Totaal dus een stikstofwinst van ca. 26.000.000 kg

In de meng/krachtvoederindustrie voor de veeteelt en als vers-voedsel in de veeteelt zelf is er dus een acute reden om de gewasportfolio uit te breiden met Sorghum om deze reductie van stikstof te behalen. Doelstelling hiervan is het menu van de veeteelt van gras en maïs te vervangen door een mengmenu van gras, maïs en Sorghum.

Als vervolg op de berekeningen moet de uitstoot van stikstof bij de veeteelt ondernemers, in de vorm van methaan- en ammoniakgas, worden bepaald waarna de totale stikstofwinst door de veeteeltsector kan worden berekend.

Het resultaat van het werk kan op middellange termijn leiden tot een grote reductie van de stikstofbelasting die de veeteelt nu veroorzaakt. Dit initiatief kan door de boeren worden gepresenteerd als een inzet voor een (deel)oplossing van de stikstofproblematiek Dit draagt bij aan een verbetering van het imago van de veeteeltsector (draagvlak) en ondersteunt het regeringsbeleid.

Als laatste wordt opgemerkt dat de totale behoefte van tarwe in Nederland gelijk is aan de opbrengst van 890.000 Ha. De Nederlandse productie is 150.000 Ha. Dus 740.000 Ha tarwe wordt verbouwd buiten Nederland. Als daarvan 90% naar de veeteelt gaat betekent dit dat Nederland 650.000 Ha tarweopbrengst wordt geïmporteerd en daarmee een stikstofbelasting van ca. 162.500.000 kg.
In de kader van het streven naar een circulaire economie zou in principe in Nederland maximaal tarwe moeten worden verbouwd. Bij een verhoging van het tarwe/sorghumareaal in Nederland met bijv. 400.000 Ha met opdeling 50/50% tarwe en sorghum zou een additionele stikstofwinst van 34.000.000 te behalen zijn.

Voorstel voor introductie van Sorghum als menggewas in de veeteeltsector.
Doelstelling: Stikstofreductie in de landbouw/veeteelt sector

De discussie en idee vorming heeft de werkgroep gestimuleerd een voorstel te lanceren voor de aanpassing van het menu voor de veeteelt sector met als doel de stikstofbelasting van land en natuur op middellange- en lange termijn verder te reduceren.

Voorstel:

Fase 1: verankering van Sorghum kwaliteit/eigenschappen en de discussieresultaten bij Nederlandse en Vlaamse overheden en belanghebbenden in de landbouw/veeteelt sector (veeboeren, landbouwers, grootgrondbezitters, verkoop- en distributiebedrijven van zaaizaden/kunstmest/granen, etc.). Doelstelling: aanpassing van het menu in de veeteelt van gras/maïs naar gras/maïs/sorghum met gevolg een stikstofreductie op het erf door vermindering van stikstof deposities in eerste lijn (mest- en kunstmest toevoeging tijdens de groeifasefase van Sorghum).
Uitvoering periode: december 2019-januari 2020

Fase 2: Introductie van Sorghum als veeteeltvoeder moet worden gewaardeerd op basis van economische maatstaven in vergelijking met het traditionele gebruik van uitsluitend maïs en gras in de veeteelt sector. Doelstelling: Stikstofreductie in de keten, geeft stimulans om een circulaire economie te versterken,
Door NEW BABYLON 3 en de maatschap Milliano-Meyer zijn hiervoor concept berekeningen uitgevoerd. Deze berekeningen zullen verder worden uitgewerkt en kunnen leiden tot aanvragen voor subsidies of garantiestellingen tijdens het startprogramma.
Uitvoeringsperiode: december 2019-februari2020

Fase 3: Selectie van geïnteresseerde partijen voor de opzet van een startprogramma voor Sorghum teelt ten behoeve van veeteelt vers- en meng/krachtvoeders. Landbouwers en veeteeltboeren zouden hierin het voortouw kunnen nemen en daarmee, in hun naam, een directe bijdrage kunnen leveren aan het maatschappelijke probleem ‘stikstof’. In het startprogramma zullen overheden, grootgrondbezitters, ontwikkelingsmaatschappijen, verkoop- en distributiebedrijven van zaaizaden/kunstmest/granen deelnemen. Verder nemen wetenschappelijk instituten en laboratoria deel voor dubbelcontrole op resultaten en successieve opschaling naar volledige integratie van Sorghum in het veevoer.
Het startprogramma zal worden gebaseerd op de Sorghum zaaizaadontwikkeling, aangepast voor toepassing tussen de 48ste en 54ste breedtegraad, van de maatschap Milliano-Meyer. Het geregistreerde Sorghum ras HD7 (specifiek voor de veeteelt i.v.m. goede verteerbaarheid t.o.v. andere sorghums, redelijke vers opbrengst en goede eiwitgehaltes) zal leidend zijn op basis van langdurig wetenschappelijk onderzoek en aanbevelingen die volgen uit onderzoek van onafhankelijke laboratoria en successieve publicaties. Met de opgebouwde ervaring zal er een goede basis zijn om hybriden te introduceren van de Zeeuwse rassen.
Aanbevelingen voor verbouw, bemesting, pesticiden gebruik en oogsttechniek zijn door de maatschap Milliano-Meyer, CZAV, Louis Bolk en Delphy gedocumenteerd.
Uitvoeringsperiode: april 2020 – november 2020

Fase 4: Uitwaardering van het startprogramma en successieve planning en opschaling van de introductie van Sorghum als menggewas in de veevoeder industrie.
Uitvoeringsperiode: november 2020- februari 2021

November 2019/NEW BABYLON 3/Jacques le Grand, Dr Walter de Milliano

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.