BOUWSTEEN: Gezondheidszorg
Nederland heeft een goede gezondheidszorg. Universiteiten met fundamenteel onderzoek, een industrie die apparatuur voor de gezondheidszorg ontwikkelt en produceert, ziekenhuizen met optimale kennis en huisartsenpraktijken die optimaal fungeren in de 1ste lijn zorg. Extramurale verpleging is ver ontwikkeld en ondersteunt ouderen en chronisch zieke mensen thuis. We worden ouder en meer zorg is te verwachten voor een steeds groter deel van de bevolking.
Goed geregeld dus, maar kunnen we dit in de toekomst betalen? Als we doorgaan met het ontwikkelen van een beter, en duurder instrumentarium en medicijnen wordt het voor een groot deel van de bevolking onbetaalbaar om de zorg te krijgen die nodig is. In ieder geval als we deze ontwikkelingen alleen voor Nederland bestemmen met een eigen instituut die prijzen moet verhandelen voor de kleine Nederlandse markt. Alleen samenwerking binnen een EU zou dit probleem kunnen oplossen. Dit geldt voor zowel de ontwikkeling als de prijzen voor het resultaat van deze ontwikkelingen.
De ontwikkelingen in de zorg lijken zich te gaan concentreren op een herijking van de werkelijke behoefte aan zorg in de thuissituatie en in verzorgingsinrichtingen. Deze verandering is ingegeven door de verbeterde gezondheidstoestand van de bevolking, kostenreducties in het overheidsbudget gekoppeld aan een gedwongen mentaliteitsverandering bij de bevolking. Dit laatste is voornamelijk de transitie van het automatisch recht hebben op zorg (gevestigde verworvenheid) naar het recht op het verkrijgen van zorg als dat noodzakelijk is. Efficiëntie in de zorg zal worden nagestreefd door een afweging tussen thuiszorg en ziekenhuis-/verpleeghuiszorg.
De preventieve zorg zal in de komende 50 jaar verder worden ontwikkeld. Beperkingen van de kosten in de algemene zorginfrastructuur zal voornamelijk komen uit deze preventieve zorg. Voorlichting van gezondheidsrisico’s zal toenemen maar ook het elektronisch volgen van mensen zal een enorme vlucht nemen. Internet en sociale media nemen hierin het voortouw. Vitale functies zullen afleesbaar zijn door ingebouwde chips in het lichaam of in smartphones die afwijkende waarden zullen registreren en automatisch downloaden in de menseigen patiëntendossiers. Mensen zullen feedback krijgen in real time met aanbevelingen voor gedrag aanpassing of huisartspraktijken zullen daarop reageren en de persoon in kwestie uitnodigen voor onderzoek als daarvoor aanleiding bestaat.
De structuur van de zorg is in de afgelopen periode reeds veranderd. De trend is thuishulp en mantelzorg zo lang het kan (1/2 lijn hulp) en daarna uitgebreide 1ste lijn hulp. Uitgebreide huisartsen praktijken verrichten meer en meer werk en nemen daarbij werk weg van de 2e lijn hulp in ziekenhuizen. Ziekenhuizen worden daardoor meer specialistische inrichtingen die op zich worden gedwongen zich; a) te beperken tot algemene specialistische hulp en b) bijzondere verrichtingen door te verwijzen naar nog meer gespecialiseerde ziekenhuizen of universiteitsklinieken. Deze trend is ingegeven door de kosten in gespecialiseerde klinieken. De consequentie is wel dat regionale algemene ziekenhuizen kleiner zullen worden en zullen moeten overgaan tot verregaande samenwerking met de meer gespecialiseerde klinieken. De grenzen bestaan nog steeds dus samenwerking is gericht op NL gezondheidsinstituten. Dit is het gevolg van politieke beslissingen en de organisatie van ziektekostenverzekeringen die in EU verband nu nog niet zijn geharmoniseerd.
Wat te verwachten is dat de komende 50 jaar de gezondheidszorg in alle geledingen verder zal professionaliseren. Mantelzorg zal minder worden omdat familieleden in veel gevallen niet meer in de regio woonachtig zullen zijn. Een deel taken kan worden overgenomen door vrienden en inzet van vrijwilligers in dorpshuizen. Het overgrote deel zal worden verricht door thuishulp met wijkverpleegkundigen en thuishulp professionals. Huisartsenpraktijken zullen in toenemende mate worden ontwikkeld tot gezondheidscentra met multidisciplinaire mogelijkheden (huisarts ook voor kleinere medische ingrepen, tandarts-kaakchirurgie, fysiotherapeut, coördinatie wijkverpleging, apotheek, etc.).
In de komende 50 jaar zullen de ziektekostenverzekering tussen de lidstaten van de EU worden geharmoniseerd en de samenwerking tussen verschillende gespecialiseerde ziekenhuizen, zelfs internationaal, worden geïntensiveerd. De moderne mens zal zich in toenemende mate richten op het zorgaanbod dat hem/haar het beste uitkomt. Deze zorgconsumenten hebben geen emotionele binding meer met nationale of lokale zorgondernemingen. Met de toenemende mobiliteit van de bevolking is het dan ook te verwachten dat dit de druk op de bestaande Nederlandse gezondheidscentra zal vergroten. De dienstverlening naar de bevolking zal toenemen maar de zorginstituten zullen in toenemende mate onder druk komen te staan.